Als ontwerper wordt je gevormd door je de omstandigheden waarin je opgroeit, de opleiding, het sociale netwerk. Wat heeft bij jou grote invloed gehad op jouw visie ten aanzien van architectuur?
Voor mij is er geen vooropgestelde goede architectuur. Ik werd er wel op gewezen dat het Modernisme en dan in het bijzonder de periode van de Stijl een grote invloed gehad heeft.
Mijn eerste excursie tijdens mijn opleiding met het bezoek aan het Rietveld Schröder huis is me nog altijd bijgebleven. Onbewust gebruik ik hun theoretische uitgangspunten, met name het werk van Piet Mondriaan.
Daarnaast heeft mijn technische studie van acht jaar een grote rol gespeeld. Als bouwkundig ingenieur stel je je dienstbaar op naar een architect met als intentie het ontwerp zo consistent mogelijk te vertalen in goede architectuur. Dat maakt het een uitdaging die stap nu voor te zijn.
Sinds enkele maanden begeleid je een statushouder. Waarom doe je dit en is het van invloed op je werk?
Tijdens mijn reizen naar minder gangbare streken heb ik echte gastvrijheid mogen ervaren. Dat vond ik een ongelooflijk bijzondere ervaring, je ergens welkom en geborgen voelen.
Ik geniet van de nieuwe kennis die mijn nieuwe collega met zich meebrengt en de verwondering van onze nieuwe Nederlander over zijn nieuwe plek. De samenwerking is een verrijking, op een heel bewuste manier onderzoeken we syntheses en verschillen van onze culturen.
Hoe kijk je aan tegen duurzaamheid?
Het is een begrip dat we in ons vak op diverse manieren gebruiken. Met de huidige strenge thermische isolatie eisen moeten we passieve zonne-energie flexibel in kunnen zetten. Oververhitting in met name de zomerperiode willen we voorkomen. Naast toepassing van lokale, vernieuwbare grondstoffen en materialen is al dan niet gebruik van passieve zonne-energie van invloed op de architectuur. Op een grotere schaal speelt sociale duurzaamheid weer een grote rol. Onderzoek heeft bijvoorbeeld aangetoond dat wijken / steden met dichtheid tot 6 bouwlagen meer tevreden bewoners oplevert dan hoogbouw.
Ik heb een grote voorliefde voor toepassing van natuurlijke materialen als hout, klei en natuursteen. De geur en de aanraakbaarheid staan dicht bij ons. Dat is veel aangenamer en daardoor ook duurzamer dan toepassing van kunststof afwerkingen. Kunststof afwerkingen appelleren mij eerder aan een vluchtige, dynamische wereld.
Wat vind je belangrijk in de beleving van architectuur?
In eerste instantie de ruimtelijke opzet, het spel met licht en ruimte. Fijne verhoudingen en een consistent uitgewerkt project. De materiaal- en kleurkeuze is van invloed op licht, geluid en vocht en daarmee ons welbevinden in de ruimte. Ik heb een voorliefde voor een ruimtelijkheid die zich voegt in de context, het ruimtelijk spektakel dicht ik bij voorkeur toe aan het interieur.
Teneinde de aansluitende engineeringsfase beter te kunnen voeden is het denken in concepten elementair. Er is daardoor weinig ruimte voor impulsieve, ondoordachte ingrepen die de samenhang en expressie van het werk vertroebelen.
Hoe ga je te werk?
Opdrachtgevers hebben hun wensen vaak vrij goed voor ogen. Die wensen vertaal ik in een eerste serie schetsen, waarmee ik me inleef in de opdracht. Daarnaast schets ik mijn visie op het project. Hieruit volgt een wisselwerking wat via een schetsontwerp leidt tot een definitief ontwerp.